Allemaal beestjes

Press

Interview beeldend kunstenaar Chris Berens.

text: Lorianne van Gelder
photography: Jan van Breda

 

Het succes van beeldend kunstenaar Chris Berens kent geen grenzen. Deze week opent een expositie van zijn werk in New York. Berens maakt droomwerelden volmeisjes met grote ogen, beestjes, kinderen met halo’s en wezentjes. ‘Mijn belangrijkste doel is dat het eindresultaat mooi is.’

Op een verwaaide uithoek van een industrieterrein in Amsterdam- Bos en Lommer staat het atelier van beeldend kunstenaar Chris Berens (Oss, 1976). Zijn atelier kijkt uit over het water, de grijze gebouwen en woonboten.Het is er stil, op het sporadische geluid van lossende vrachtauto’s na. In een blauwe overall met verfvlekken doet Berens open, het is vroeg, maar gezien de inkt op zijn handen is hij al eenpaar uur bezig. “Ik ben om zeven uur begonnen,” zegt hij verlegen. De wanden van zijn atelier zijn bedekt met schilderijen, sommige klaar, andere wachtend op voltooiing. Berens legt de laatste hand aan zijn volgende expositie: The only living boy inNewYork (naar het gelijknamige nummer van Simon & Garfunkel)– in de prestigieuze Sloan Fine Art Gallery in New York. Op de dromerige taferelen figureren panda beertjes, karakteristieke New Yorkse gebouwen (het Vrijheidsbeeld, de spitse Chrysler tower), meisjes met grote ogen en kale jongetjes. “Al die jongetjes ben ik,” glimlacht Berens en hij strijkt over zijn kaalgeschoren schedel. “Ik ben de Only living boy in NewYork.” Hij maakte voor het eerst een zelfportret. Meestal haalt hij inspiratie uit zijn fantasie. Nu zat hij met een spiegel voor zijn gezicht. “Dat was wel even vreemd, ik had nog nooit mijn eigen hoofd als inspiratie genomen.” Berens componeert droomwerelden met wereldse en niet-wereldse figuren: fantasie-universums zijn het, waarin meisjes met grote ogen, beestjes, kinderen met halo’s, wezentjes met holle blikken of juist smekende ogen ronddwalen, alles in soft focus. De sfeer die het oproept, ligt tussen het geruststellende en het onheilspellende in. Soms jaagt het zelfs angst aan, maar bijna altijd zijn de beelden vervreemdend. De dromerige taferelen tonen wezens die net iets anders zijn dan we ze kennen: de neus en de mond staan iets dichter bij elkaar dan normaal, lappen vlees hangen plotseling naast serene gezichtjes. Je blijft ernaar kijken, er is zoveel te zien. In 2004 werd Berens, opgeleid als illustrator aan de Academie voor Kunst en Vormgeving inDen Bosch, ontdekt door de Amsterdamse Jaski Art Gallery. Zijn eerste solo-expositie In C (2005) was meteen een succes. Sindsdien heeft zijn carrière een vlucht genomen. Van solo-exposities bij Jaski, tot een tentoonstelling in het Noord-Brabants Museum eerder dit jaar, en van een expositie in het Amerikaanse Seattle tot de komende tentoonstelling inNew York. Commercieel blijkt hij enorm goed aan te slaan. Op exposities is zijn werk in mum van tijd uitverkocht (kleine schilderijen gaan voor 7000 euro, grote voor 15.000). Zijn populariteit in Azië en de Verenigde Staten groeit nog steeds. Berens is aan het werk als hij zijn bezoek ontvangt. Mensen in zijn atelier maken hem nerveus, vooral als zijn werk nog niet helemaal klaar is. Naast hem op tafel staat een portretje van hemzelf en zijn vriendin: lieflijk kijken ze de toeschouwer aan. Het portret is bijna fotografisch, op de speelse stilering van grote ogen en kleine lijfjes na. Maar als je dichterbij komt, heeft het portretje een opmerkelijke diepte en gelaagdheid. Tere lijntjes verraden de verschillende lagen waaruit het schilderij is opgebouwd. Dit is zeker geen foto. Berens heeft een geheel zelf ontworpen techniek. “Vaak denken mensen dat ik digitaal werk, foto’s gebruik, maar dat is helemaal niet het geval.” Aan zijn werktafel laat hij zien wat hij doet. “Ik werk met inkt.” Om hem heen staan beugelflessen met de teken-inkt. Hij werkt op glimmend, dik printpapier. Op een klein vierkantje op tafel ligt een onafgewerkte tekening van een pandabeertje dat er uitziet alsof hij net in de wasmachine is geweest. “Eerst maak ik een hele reeks schetsen. Daarna gebruik ik penselen en kroontjespennen om het figuurtje op een klein stuk printpapier te schilderen. Door het gladde van het printpapier duurt het lang voordat de inkt droogt. Daardoor kan ik een dag later de inkt nog boetseren.” Hij duwt een deel van het hoofd van het pandabeertje opzij: de inkt blijkt als een losse coating op het papier te drijven. “Als het af is, pel ik de witte achterkant van het papier zodat ik alleen de plastic bovenlaag over heb.” Het doorzichtige velletje met de schildering plakt hij op eendoek. De soft focus en de suggestie van diepte bereikt hij door het herhalen van dezelfde handeling: zo komen er vijf tot tien lagen van hetzelfde figuurtje over elkaar heen. Er ontstaat eencollage van de verschillende plaatjes. Zijn techniek is nog altijd in ontwikkeling. “Ik zoek nog steeds naar een manier om zo goed mogelijk de beelden die ik in mijn hoofd heb, op papier te krijgen,” zegt hij. “Eerst werkte ik met olieverf, daarna inkt en bij toeval kwam ik bij het printpapier terecht.” Het is belangrijk dat de werkwijze nog beter wordt, zegt Berens. De droomwerelden die nu zo hyper-gedetailleerd op zijn doeken komen, zijn een uiting van zijn fantasiewereld. Een wereld waarvan hij het zijn missie heeft gemaakt ze tot in de perfectie te illustreren. “Ik denk dat het eindresultaat nu voor vijftig à zestig procent voldoet aan wat ik in mijn hoofd heb. Ik moet dus nog verder.”

 

Berens is een dagdromer. Het liefst verdwijnt hij in zijn droomwereld. “Vroeger op school haalde ik altijd een 1 voor luisteren en schrijven. Er is een plek in mij die mooier is dan het hier en nu. Daar ga ik graag heen in gedachten.” Nee, het is geen vluchten, benadrukt Berens meteen. “Ik heb niet veel op met de realiteit. Ik vind het prettig om mijn droomwereld met het echte leven te combineren. Ik lees ook zelden de krant, het interesseert me niet zo.” Lang dacht hij dat hij gek was. “Ik had ook een imaginaire vriend, een beestje dat altijd bij me was en steeds weer van vorm veranderde. Nu komt dat fantasievriendje in allerlei verschillende gedaantes in mijn schilderijen terug.” Om hem heen dartelen minutieus geschilderde muisjes, meisjes, ijsberen en andere wezentjes. “Ze zijn allemaal dat vriendje.” Berens’ droomwereld wordt alsmaar groter. “Alles wat ik meemaak sla ik op in mijn universumpje. Het is een complexe wereld en hoe langer ik het niet uit, hoe dringender het is dat het er uitkomt.” Berens is extreem ontvankelijk. “Alles komt heel direct bij me binnen. Indrukken, beelden, ervaringen: het lost in me op. En als ik er dan niets mee doe, dan blijft het in me rondspoken en komt het ongemerkt naar boven. Clichés bijvoorbeeld. Die moeten eruit, anders blijft het mijn werk bevlekken.” Daarom maakt hij altijd tientallen schetsen voordat hij aan het uiteindelijke werk begint. Elk idee, ieder beeld moet op papier hebben gestaan, voordat hij verder kan werken. Soms vraagt hij zich af of hij een kunstenaar is in de hedendaagse zin van het woord. “Ik maak geen statements. Ik werk vanuit mijn gevoel. Mijn belangrijkste doel is dat het eindresultaat mooi is. Daardoor zie ik mezelf soms meer als een ambachtsman.” Waarna hij zich onmiddellijk weer corrigeert: “Ik voel me wel een kunstenaar, maar ik werk niet conceptueel, heb geen boodschap.” Dat deert zijn bewonderaars echter allerminst. Liefhebbers van de doeken van Berens vergelijken zijn werk met grote meesters als Vermeer en Rembrandt (die zichzelf ook meer als ambachtsman zagen). De soft focus, het kleurgebruik, de licht-donker contrasten komen alle terug in het werk van Berens. Ook Jeroen Bosch komt vaak in vergelijkingen voorbij. Berens, bescheiden: “Alles wat ik schilder, heb ik zelf al wel eens gezien. Onbewust komt dat op mijn schilderijen terecht. Als ik mijn werk toets aan mijn vriendin, dan herkent ze inderdaad grote schilders als Bosch, Vermeer of de realistische genreschilder Bouguereau. Dan realiseer ik me dat ik vroeger posters van hun schilderijen aan mijnmuur had hangen.”

Expositie The only living boy in New York, van 16 december 2009 tot 23 januari 2010: Sloan Fine ArtGallery, NewYork. www.chrisberens.com

Stay updated

Please enable JavaScript in your browser to complete this form.